- Gepubliceerd: 03 november 2019 03 november 2019
- Hits: 3064 3064
Het was een echte toevalstreffer op 17 juli. Na beheerwerken op die zonnige hete dag waarop het groepje vrijwilligers een duizendtal reuzebalsemienen verwijderde, slenterden we terug naar de uitgang over het zonovergoten pad tussen het natuurgebied en het Elia-terrein. Plots vloog een klein bruin vlindertje op tussen de akkerdistels en het hoge gras: een zeldzame iepenpage! Een nieuwe locatie ook, waar deze vlinder voor het eerst werd gezien.
De iepenpage is een kleine, zeldzame en onopvallende dagvlinder uit de familie van de kleine pages, vuurvlinders en grote pages. De bovenkant van zijn vleugels zijn donkerbruin tot grijs. Aan de onderzijde heeft de vlinder een witte letter W op de vleugel. Over de achterste rand van de onderste vleugel loopt een opvallende gekartelde oranje band, afgeboord met een zwart lijntje.
Deze soort heeft, zoals alle pages, achteraan ook twee paar kleine staartjes. Omdat ze meestal hoog in de bomen rond de kruin van iepen vliegen, worden ze maar weinig opgemerkt. De vlinder maakt tijdens zijn vlucht bovendien een donkere indruk en valt daardoor niet op.
Ideale habitat
De natuurlijke habitat van de iepenpage zijn oude bossen met iepen, bosranden en houtkanten, brede onverharde bospaden en zonnige zoomvegetaties met nectarplanten. Deze vlinder houdt van windluwe plekjes die snel opwarmen. Je kan ze aantreffen tussen half juni en half juli (piekperiode) op dagen dat het meer dan 20°C is en windstil. Ze vliegen meestal laat op de dag, maar dit exemplaar met afgevlogen staartjes vloog al op de middag, mogelijk door de hitte van die dag. Soms komen iepenpages naar beneden en bezoeken dan nectarplanten als akkerdistels en bramen.
De uitdunningen die in de bosrand begin 2018 uitgevoerd werden, zorgden voor meer licht en maakte het Babbelkroonbos een ideale habitat voor deze kleine page. Dat we hem zo snel ook te zien zouden krijgen, was een grote verrassing.
Het vrouwtje legt 70 tot 110 eitjes op takken van de waardplanten waar ze overwinteren. Vroeg in het voorjaar bij mooi weer komen de rupsen uit en dan eten ze van de iepenbladeren.
Vijf dagen later maakte een andere waarnemer ook foto’s van deze soort in het Babbelkroonbos. Die iepenpage had gavere vleugels, dus zijn er minstens twee exemplaren gezien. Het beheerteam dat het bos in de zomer 2019 opnieuw reuzebalsemienvrij kreeg, is er enorm blij mee.