- Gepubliceerd: 05 november 2002 05 november 2002
- Hits: 7143 7143
Op 5 november 2002 werd een detailopname gemaakt van de afgegraven percelen langs de beek. Het Floristisch Onderzoek voor Natuurbehoud Afdeling Mossen en Korstmossen is een samenwerking met Natuur.studie. Er waren 10 deelnemers. Hier werden, naast botanische inventarisatie, ook 11 metingen van de zuurtegraad van de bodem genomen. De lijsten moeten opgevat worden als een uitgangspunt voor de opvolging van het beheer. Hoewel niet veel soorten werden opgetekend, was het een goed beeld van dit soort biotopen. Er werden nog een aantal fungi aangetroffen, waarvan losse nota's gemaakt werden.
Door het afgraven van de voedselrijke bovenlaag is een nieuwe uitgangssituatie ontstaan. Aanpalende percelen met intensieve maïsteelt kunnen hun nutriënten echter voortdurend blijven aanvoeren. Op deze akker werd trouwens nog Anthoceros agrestis (Zwart hauwmos) opgemerkt, dat niet op het natuuurgebied is teruggevonden. De lichenen stonden hier allen op Fraxinus exelsior (Gewone es). Pioniervegetaties met veel Funaria hygrometrica (Krulmos), Scirpus setaceus (Borstelbies) en Alisma plantago-aquatica (Grote waterweegbree) werden afgewisseld met grote vlekken Alnus glutinosa (Zwarte els), Salix alba (Schietwilg) en Carex spec, (Zegge) waaronder vermoedelijk meer Carex remota (IJle zegge) dan we deze zomer voor mogelijk hielden. Een ander nieuw landschapselement is de aanleg van een wandeldijkje, dat afspoelend water tegenhoudt in een plas. Hierin stapelt eutroof water op, zonder het kan afvloeien naar de Molenbeek. Alleen aan de randen zijn nog schraalindicaties opgevallen.
In het perceel met de verlegde beek werden enkele lichenen op Populier aangetroffen. Dries Vanden Broeck liet achteraf weten dat Fellhanera subtilis zeer uitzonderlijk wordt genoteerd. Waarschijnlijk is de soort in uitbreiding. Wat Fellhanera subtilis betreft: in de checklist van P. Diederich en E. Sérusiaux staat die voor Vlaanderen enkel opgegeven voor het Maritiem district. Daar is hij ook maar bekend van één enkele locatie. Vremde ligt in het Vlaams district, dus in een nieuw floradistrict. De soort werd gedetermineerd door L. Sparrius, een lichenoloog uit Nederland. Hij schrijft hierover het volgende: de soort is bij ons vrij zeldzaam, maar groeit behalve op bosbestakjes ook op boomvoeten van eiken en wilgen.
In de Molenbeekvallei werd hij gevonden op de voet van een populier, langsheen een beek. Dit komt overeen met wat Diederich en Sérusiaux in de checklist vermelden, nl. dat deze soort altijd in eerder vochtige omstandigheden voorkomt. Fellhanera subtilis heeft nog geen Nederlandse naam.
Een bijdrage van Erik Molenaar